artikel 73 met betrekking tot statutenwijzi
ging omschreven, ongeacht of deze ont
binding al dan niet geschiedt ten einde de
zaken van de Centrale Bank te doen voort
zetten door een andere vereniging of in
stelling.
2. Indien de Centrale Bank wordt ontbonden
ten einde haar zaken door een andere
vereniging of instelling te doen voortzet
ten, draagt zij alle activa en passiva over,
zonder dat vereffening zal plaatsvinden.
In de overige gevallen van ontbinding gel
den de bepalingen in de volgende leden
van dit artikel.
3. De vereffening geschiedt door de Hoofddi
rectie, tenzij de Algemene Vergadering an
dere vereffenaars mocht benoemen.
4. Gedurende de vereffening blijven de bepa
lingen van deze statuten, voor zoveel mo
gelijk en voor zover zij niet met het karak
ter van de vereffening strijden, van kracht,
met dien verstande, dat ingeval de Alge
mene Vergadering andere vereffenaars dan
de leden van de Hoofddirectie mocht be
noemen, de door de statuten aan de Hoofd
directie toegekende bevoegdheden en ta
ken overgaan op die andere vereffenaars.
5. De vereffenaars doen na afloop van de
vereffening en ingeval deze langer dan
een jaar duurt, aan het einde van ieder
kalenderjaar, rekening en verantwoording
aan de Algemene Vergadering.
6. De goedkeuring van de rekening en ver
antwoording strekt tot décharge van de
vereffenaars en, voor zoveel nodig, van de
Raad van Beheer.
7. Een bij vereffening blijkend batig saldo
wordt allereerst voor zoveel mogelijk aan
gewend voor terugbetaling van het nomi
naal bedrag van de aandelen. Hetgeen
daarna mocht overblijven, wordt verdeeld
tussen de leden naar verhouding van hun
aandeel in de aansprakelijkheid als be
paald in artikel 17.
Overgangsbepaling
Zolang de wet van 12 mei 1960 (Staatsblad
205) niet in werking is getreden, geldt:
a. in afwijking van het bepaalde in artikel 1
lid 1 het volgende:
De vereniging draagt de naam: Coöpera
tieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank
ga;
b. in afwijking van het bepaalde in artikel 43
lid 3 sub a en artikel 65 lid 2, dat de leden
van de Hoofddirectie worden benoemd
door de Algemene Vergadering uit een
door de Raad van Toezicht, na aanbeve
ling door de Raad van Beheer, op te ma
ken voordracht van twee personen,
blijvende overigens van kracht:
ten eerste: hetgeen met betrekking tot het
aantal leden van de Hoofddirectie en de
benoembaarheid is bepaald in artikel 65
lid 1 en artikel 68;
ten tweede: hetgeen met betrekking tot de
bezoldiging en overige arbeidsvoorwaar-
waarden van de leden van de Hoofddi
rectie is bepaald in artikel 65 lid 3;
ten derde: hetgeen met betrekking tot
schorsing en ontslag van leden van de
Hoofddirectie is bepaald in artikel 19 sub
e, artikel 43 lid 3 sub a, artikel 54 lid 1 sub
q, artikel 60 sub c en artikel 65 lid 4 tot en
met lid 7.
Tenslotte zal in de overgangsbepalingen
aandacht worden geschonken aan de mer-
44