'ne,gehecht. aag n9g Raad van Beheer kan, met inachtne- 3 van het bepaalde in artikel 60 letter e ens de Centrale Bank het lidmaat- ap aan een lid opzeggen: 'an/anneer het lid heeft opgehouden te loen aan de vereisten, welke door de 'muten voor het lidmaatschap worden ge- d; wanneer redelijkerwijze van de Cen- a Bank niet kan worden gevergd het laatschap te laten voortduren. 5ir opzegging geschiedt schriftelijk; zij 'Pt het lidmaatschap terstond eindigen. 110 lid kan door de Raad van Beheer uit 0 lidmaatschap van de Centrale Bank 3t_den ontzet: °'/vanneer het handelt in strijd met de sta- 'an, het huishoudelijk reglement of met '^besluiten van de Centrale Bank; wanneer het de Centrale Bank op onre- a'ijke wijze benadeelt. :'t ontzette lid wordt ten spoedigste bij nhgetekend schrijven en onder opgave dj redenen door of namens de Raad van ''heer in kennis gesteld van het besluit ei ontzetting. leden, die krachtens besluit van de 3(ad van Beheer uit het lidmaatschap zijn tftzet kunnen binnen een maand na ont- dhgst van het bericht, bedoeld in lid 2 van e artikel, in beroep gaan bij de Raad van :ïezicht. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid in de uit oefening van zijn lidmaatschapsrechten geschorst. 4. In geval van ontzetting eindigt het lidmaat schap zodra het lid de beroepstermijn on gebruikt heeft laten voorbijgaan dan wel de Raad van Toezicht het besluit, waarbij door de Raad van Beheer tot ontzetting werd besloten, in beroep heeft bekrach tigd. Artikel 11 1. Zodra het lidmaatschap, om welke reden dan ook, is geëindigd, geschiedt daarvan zo spoedig mogelijk aantekening in het le- denregister naast de naam van het betrok ken lid, met vermelding van de datum waarop en de reden waarom beëindiging heeft plaatsgevonden. 2. De Raad van Beheer draagt er zorg voor dat aan het einde van elk jaar de bij het handelsregister gedeponeerde ledenlijst zodanig wordt aangevuld, dat alle wijzigin gen, welke het ledenbestand in het afge lopen boekjaar heeft ondergaan, daarin tot uitdrukking worden gebracht. Rechten en plichten van de leden Artikel 12 De leden hebben recht op: a. deelneming aan de Algemene Vergade ring; zij kunnen voorstellen doen, deelne men aan het overleg en medebeslissen; b. toezending van: 1. de notulen van de laatsgehouden Al gemene Vergadering; 2. het stenografisch verslag van de Alge- 21

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 21