sen-Boerenleenbank ba' gelezen 'de
Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boe-
renleenbank ga.'.
II. Zolang de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven nog be
staat, wordt artikel 2 onder b gelezen als
volgt:
coöperatieve bank: de coöperatieve
bank, die als lid is aangesloten bij de
Centrale Bank dan wel bij de Coöpera
tieve Centrale Boerenleenbank te Eind
hoven.
III. Zolang de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven nog be
staat, wordt het tweede lid van artikel 6
gelezen als volgt:
Als toetreding geldt eveneens de verkrij
ging van het lidmaatschap van de Cen
trale Bank dan wel van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank te Eindhoven,
in welk geval de in het vorige lid bedoel
de goedkeuring niet is vereist.
IV. Zolang de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven nog be
staat, wordt artikel 7 onder a gelezen als
volgt:
voor leden van de Centrale Bank dan wel
van de Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven, doordat het lid
maatschap van deze bank een einde
neemt.
V. Zolang de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven nog be
staat, wordt de eerste volzin van lid 2
van artikel 9 gelezen als volgt:
In het geval bedoeld bij artikel 7 onder b
sub 1, alsmede in geval het lidmaatschap
eindigt doordat een lid zijn lidmaatschap
van de Centrale Bank dan wel van de
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank
te Eindhoven door opzegging beëindigt,
is het lid dat de opzegging verricht bo
vendien gehouden een door het bestuur
vastte stellen uittreegeld te betalen.
VI. Zolang de Coöperatieve Centrale
Boerenleenbank te Eindhoven nog be
staat wordt de eerste volzin van lid 3
van artikel 45 gelezen als volgt:
Indien er na voldoening van alle ver
plichtingen een batig saldo is, zal uit dit
saldo allereerst worden terugbetaald aan
de Centrale Bank dan wel aan de Coöpe
ratieve Centrale Boerenleenbank te
Eindhoven een bedrag van 70.000,
of zoveel minder als het saldo nog be
draagt.
Ten slotte besluit de algemene vergade
ring tot toevoeging aan artikel 19 van
een nieuw lid 8, luidende als volgt:
De algemene ledenvergadering is be
voegd tot schorsing of ontslag van com
missarissen. Indien een commissaris
wordt geschorst of ontslagen, die tevens
lid van het college van gedelegeerde
commissarissen is, defungeert deze als
zodanig.
Besluitvorming in de vergadering van 30 mei
1972 met betrekking tot de
STICHTING GARANTIEFONDS VOOR LAND
EN TUINBOUW
agendapunt:
1De Voorzitter constateert bij de opening
van de vergadering, dat het quorum voor
het nemen van rechtsgeldige besluiten