167 7. De Algemene Vergadering besluit, con form het daartoe strekkende voorstel, zoals dit vanaf 12 mei 1972 ten kantore van de Coöperatieve Centrale Boeren leenbank te Eindhoven ter inzage heeft gelegen van de leden, de volgende wijzi gingen te brengen in de statuten van het Onderling Waarborgfonds der Boeren leenbanken ua, zulks met ingang van het tijdstip, waarop de statuten van de Coö peratieve Raiffeisen-Boerenleenbank wa te Amsterdam zodanig zijn gewijzigd, dat deze bank kan fungeren als Centrale Bank van de banken, welke thans lid zijn van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank te Utrecht of van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven. Voorts besluit de Algemene Vergadering in te stemmen met de gedachten, welke in de in 1971 uitgebrachte discussieno ta's zijn ontwikkeld ten aanzien van de toekomstige taak en structuur van het Onderling Raiffeisengarantiefonds, het Onderling Waarborgfonds der Boeren leenbanken ua en de nv Landbouwkre dietverzekering 'Eindhoven', een en an der met inachtneming van de aanbeve lingen, die door de Centrale Kringverga dering van de CCB en door de Centrale Ringvergadering van de CCRB gemeen schappelijk zijn of worden gedaan. Aan de besturen van genoemde fondsen en verzekeringsinstelling wordt verzocht de voorbereidingen te treffen en in het bijzonder de concept-statuten en de con cept-besluiten te doen opstellen, welke nodig zijn ter verwezenlijking van de oogmerken, welke in vorenbedoelde dis cussienota's zijn neergelegd. Artikel 1 Dit artikel komt te luiden: 1. De vereniging draagt de naam: On derling Waarborgfonds der Boerenleen banken ua. 2. De vereniging is gevestigd te Amster dam. Artikel 2 Dit artikel komt te luiden: In deze statuten wordt verstaan onder: a. de Centrale Bank: de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank ba, gevestigd te Amsterdam; b. boerenleenbank: de coöperatieve bank, die als lid bij de Centrale Bank is aangesloten. Artikel 31 Het vierde lid van dit artikel komt te lui den: Tot leden van het bestuur zijn slechts be noembaar leden van de Hoofddirectie van de Centrale Bank alsmede directeu ren en onderdirecteuren van de Cen trale Bank. Verlies van de kwaliteit van lid van de Hoofddirectie van de Centrale Bank dan wel van directeur of onderdirecteur van de Centrale Bank brengt van rechtswege mede het verlies van het lidmaatschap van het bestuur van de vereniging. De overgangsbepaling komt te luiden: I. Zolang de wet van 12 mei 1960 (Staatsblad 205) niet in werking is getre den wordt in artikel 2 onder a in plaats van 'de Coöperatieve Centrale Raiffei-

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 167