bestaat tussen raad van beheer, hoofddirectie
en medewerkers van de Centrale Bank, van
hoog tot laag, en de besturen, directies en
hun staven van de aangesloten banken. Deze
dialoog zou mede tot stand moeten worden
gebracht door samenwerkingsverbanden zo
als functionele commissies en functionele
werkgroepen, bij de samenstelling waarvan
rekening kan worden gehouden met de aard
en de grootte van de banken, wier directeu
ren daarin zitting nemen, en verder door ge
spreksgroepen en studiebijeenkomsten, waar
bij vertegenwoordigers van Centrale Bank en
van plaatselijke banken gezamenlijk aan ta
fel zitten om gezamenlijk brainstorming te
plegen over het in de toekomst te voeren be
leid en de technische uitvoering daarvan.
Voor goede initiatieven van de Centrale Bank
zijn de inzichten van de aangesloten banken
onmisbaar.
Alleen indien wij er in slagen, binnen de ka
ders van statuten en reglementen een levend
en dynamisch organisme tot ontwikkeling te
brengen, dat resulteert in een hechte samen
werking tussen aangesloten banken en Cen
trale Bank, dan alleen zullen wij onze zakelijke
en ideële doelstellingen kunnen realiseren,
dan alleen is de continuïteit van onze coöpe
ratieve bankorganisatie ook voor de verre
toekomst gewaarborgd. Daaraan onze krach
ten te blijven wijden, zal onze gemeenschap
pelijke taak zijn en blijven in de toekomst.
Ziedaar, mijnheer de voorzitter, geachte ver
gadering, de zwanezang van de directie van
de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.
Een 'rapport moral' zoals onze Franse col
legae dat zouden noemen, dat wij gaarne als
toegift meegeven, nadat ik persoonlijk se
dert 1946 telkenjare de aandacht van de al
gemene vergadering mocht hebben, hetzij
voor een technische toelichting - de eerste
maal over de financiering van het landbouw-
herstel - of, zoals sinds 1967, bij wijze van
toelichting op de jaarstukken.
Gaarne vertrouw ik, dat de algemene verga
dering na deze laatste toelichting mijnerzijds
bereid zal zijn haar goedkeuring te hechten
aan de jaarstukken betreffende 1971 en dat zij
ook akkoord zal willen gaan met de voorstel
len, die ter zake daarvan zijn gedaan.
Tot slot, Geachte Vergadering, is het mij een
behoefte, u allen namens de directie van de
Centrale Boerenleenbank van harte dank te
zeggen voor het vertrouwen, dat wij steeds
in zo ruime mate van de beheerders en van
de directies van de aangesloten banken heb
ben mogen ontvangen.
Nogmaals dank, ook voor uw aandacht; ik
heb gezegd. (Applaus)
De Voorzitter: Dames en Heren! De heer Van
Campen heeft zijn uiteenzetting een zwane
zang van de directie van de Coöperatieve
Centrale Boerenleenbank genoemd. Ik zou
hier liever spreken van een prelude op de
toekomstige situatie, want hij heeft zich in
derdaad niet beperkt tot het geven van een
toelichting op de jaarstukken. In deze be
schouwing heeft hij ook zijn visie gegeven
op de te verwachten of gewenste ontwikke
lingen op financieel-economisch en op orga
nisatorisch terrein. Zijn toelichtingen in onze
algemene vergaderingen waren altijd bijzon
der interessant en leerzaam en dit was zijn
161