rigerend kunnen optreden. Ik ben hier beslist niet tegen, maar ik constateer wel, dat, terwijl in heel veel artikelen het woord 'goedkeuren' staat, dit in de toelichting eigenlijk weer wordt afgezwakt. Ik meen, dat dit verwarrend werkt, en ik had daarom liever gezien, dat men het woord 'adviseren' had gebruikt. De heer Borst Wzn. (Zwolle): Mijnheer de Voorzitter! U heeft in uw openingstoespraak enkele woorden gebruikt, waarop ik nog even zou willen inhaken. Ten aanzien van de fusie heeft U gezegd, dat er nu een gelegenheid is om krachten te bun delen, ten einde de 'voortstuwingsmogelijkhe den' van de beide organisaties verder uit te buiten. Ik ben het hiermee volkomen eens; die woorden zijn mij als het ware uit het hart gegrepen, wanneer ik het zo mag zeggen. Om deze fusie echter verder op plaatselijk niveau tot een goed einde te brengen en de voorde len te verkrijgen, waarvoor wij dit alles doen, zullen nu ook zeer beslist de mogelijkheden daartoe moeten worden geopend en zullen de grondslagen daarvoor dienen te worden ge legd. Ik richt mij hiermee niet alleen tot u, Mijnheer de Voorzitter, en ook niet uitsluitend tot de directie, die hier aanwezig is, maar tevens tot de vertegenwoordigers, die u in uw welkomst woord heeft genoemd, de heren van onze 'zuster-instellingen' - althans op dit moment nog - van de Raiffeisenorganisatie. Een der gelijke aanpak ligt ongetwijfeld wel in uw be doeling, maar daarop wil ik toch nog wel wij zen, want als het gaat om de manier, waarop men daartoe moet komen, zou ik met nadruk willen zeggen: op u, heren, zowel van de Boe renleenbankorganisatie als van de Raiffeisen organisatie, doe ik een beroep om ons hulp te bieden, opdat het ons mogelijk zal zijn, dat wij ook op plaatselijk niveau elkaar op een goe de, harmonische manier oprecht de hand kun nen geven ten einde ons achter dit streven van onze voormannen - hiermee bedoel ik dus de bestuursleden en de directeuren van de beide organisaties - te kunnen plaatsen. Onze bereidheid daartoe is zeer beslist aan wezig en wij zullen die hulp ook graag van de andere kant ervaren. In dit verband schiet mij nog een woord te binnen. Ik weet niet, Mijnheer de Voorzitter, of ik het tegenover U zo heb gesteld, maar in elk geval heb ik eens in een persoonlijk ge sprek tegen de heer Van Campen gezegd: als twee personen tot een eenheid wilen ko men, zal er iets gegeven moeten worden om ook iets te kunnen nemen, maar als het ge ven resulteert In een geheel genomen-worden, dan klopt het toch niet helemaal. (Applaus) De Voorzitter: Ik weet niet, of er nog andere aanwezigen zijn, die het woord willen voeren, maar misschien is het nuttig, dat ik nu toch eerst een antwoord tracht te geven op de ge maakte opmerkingen. Het wordt anders wel licht wat veel en dit zou tot gevolg kunnen hebben, dat ik hier en daar iets over het hoofd zie, hoewel ik mij daarvoor links en rechts ge steund weet en vertrouw, dat men die punten die ik misschien zal laten liggen, dan wel voor mij zal oprapen. In de eerste plaats ontmoet ik dan de heer Fleuren, die twee jaar geleden een 'donder slag bij heldere hemel' heeft meegemaakt - ik vermoed, dat bij velen het besluit van 1970 als een donderslag bij heldere hemel is 142

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 142