op gelijk niveau staan en ook als zodanig wor den behandeld. Mooier kon het natuurlijk niet, want dat betekende: zij hebben evenveel rechten en evenveel plichten. Ik ga nu ook er van uit, dat de besprekingen voor de beide banken echt op gelijk niveau zijn verlopen, maar ik moet hierbij tot mijn spijt toch wel een kanttekening maken. Als ik goed ben inge licht, zijn de beslissingen -ik vind het jammer, dat ik het moet zeggen - toch wel eens enigs zins anders uitgevallen. Ik moet ook nog een ander aspect naar voren brengen. Er is namelijk een gevaar, dat ons reeds boven het hoofd hing, maar dat zich door de fusies wat sneller zal gaan ontwik kelen. Ik zie hier het volgende gebeuren. De banken worden steeds groter en dit zal lan delijk alleen maar een gelukkig verschijnsel zijn - het zal voor de banken ook wel hoofd zakelijk zijn om hun plaats te behouden maar als wij dan aanstonds, vooral in de Rand stad Holland, dergelijke grote banken hebben, dan zullen wij te zien krijgen, dat met name de banken, waarvan het werkgebied tegen de grote steden aan ligt, worden opgenomen in de zogenaamde stadsbanken. Hierbij zie ik dan het grote gevaar, dat de mooie organisa ties, die wij als mensen uit de land- en tuin bouw hebben opgezet en groot hebben ge maakt, sterk zullen verwateren. Immers, wat gaat er nu gebeuren? Wij gaan steeds meer een andere groep van mensen aantrekken en de mensen uit die groep zullen natuurlijk evenveel rechten en evenveel plichten heb ben als wij, maar dan hebben die mensen ook het recht, in een bestuur zitting te nemen, en dan zie ik gebeuren - ik acht dat een gevaar dat het daar precies dezelfde weg opgaat als in de gemeenteraden. U kunt zeggen: hiermee hebben wij niets te maken, maar ik wil toch als voorbeeld stellen, dat wij dikwijls zien, dat in de raad van een geheel agrarische gemeen te nog maar één of twee - als men goed telt! - agrariërs zitting mogen hebben wanneer zij niet al te lastig zijn! Ditzelfde gevaar zie ik voor de toekomst ook aanwezig bij deze gro te banken, die door personen uit heel andere groepen zullen worden bestuurd. Nu heb ik wel eens gehoord, dat mensen van een andere instelling zeiden: wij verlangen van een aanvrager, die bij ons komt, honderd procent zekerheid; kunnen wij die zekerheid niet krijgen, dan moeten wij hem afwijzen. Met deze moeilijkheid hebben wij ook te ma ken in de land- en tuinbouw. Ik kom zelf uit een tuinbouwstreek en ik weet, dat de situatie daar nogal wat wisselvallig is, vooral bij de glastuinbouw. Als wij ten aanzien van iemand uit deze sector voor 98% zekerheid hebben, dan gaan wij eens kijken om te onderzoeken: hoe staat het met deze man? wat is zijn toe komst? hoe is zijn verleden? wat zijn z'n hui selijke omstandigheden? hoe zijn z'n familie omstandigheden? Al deze factoren kunnen bij die laatste 2% nog wel eens een rol gaan spe len. Een dergelijk onderzoek wordt straks echter een onmogelijke zaak. Wij krijgen straks in de plaatselijke besturen drie men sen en dan zal het natuurlijk niet mogelijk zijn, dergelijke gevallen nader te onderzoe ken. Ik zou het toch echt wel betreuren, wanneer de ontwikeling in die richting ging, maar ik zie het gevaar duidelijk boven onze hoofden han gen. Mijnheer de Voorzitter! Ik zou dit nog wel met voorbeelden kunnen verduidelijken, maar ik zal dit natuurlijk niet doen, zeker niet voor 140

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 140