122
een voorzitter en diens plaatsvervanger aan
en voorts, al dan niet uit zijnimidden, een se
cretaris en diens plaatsvervanger.'.
Artikel 44 lid 1 sub d
Het bepaalde in artikel 44 lid 1 sub d wordt
als volgt gewijzigd: 'het benoemen respectie
velijk het ontslaan van een directeur of onder
directeur;'.
Artikel 45
Op de tweede volzin van artikel 45 zal een
toelichting worden gegeven van de volgende
inhoud: 'Het in de tweede volzin van artikel
45 bedoelde advies van de Centrale Bank
wordt gegeven door haar Raad van Beheer.'.
Artikel 46 lid 1 sub a
Het bepaalde in artikel 46 lid 1 sub a wordt
als volgt gewijzigd: 'het verstrekken van geld
leningen, kredieten in rekening-courant, ga
ranties of borgtochten onder andere zekerheid
dan hetzij hypotheek op de volle eigendom
van onroerende goederen, hetzij onderpand
van effecten voorzover deze in artikel 4 lid 3
van de statuten omschreven staan, hetzij borg
stelling hetzij verpanding van ten kantore van
de bank aangehouden tegoeden;'.
Artikel 48 lid 6
Het bepaalde in artikel 48 lid 6 wordt als volgt
gewijzigd:
'a. Schorsing van een directeur of onderdi
recteur geschiedt door het Bestuur; de
schorsing wordt onverwijld ter kennis ge-
bracht van de Raad van Toezicht en van
de Centrale Bank. Van de kennisgeving, in
dien mondeling geschied, zal uiterlijk op
de eerstvolgende werkdag een schriftelijke
bevestiging volgen,
b. Ontslag van een directeur of onderdirec
teur geschiedt door het Bestuur na goed
keuring van de Raad van Toezicht. Het ont
slag wordt onverwijld ter kennis gebracht
van de Centrale Bank. Van de kennisge
ving, indien mondeling geschied, zal uiter
lijk op de eerstvolgende werkdag een
schriftelijke bevestiging volgen.'.
Artikel 49 (toelichting)
Aan de bestaande toelichting op artikel 49
wordt het volgende toegevoegd:
'Voor het goed verstaan van de bedoeling van
artikel 49 lid 2 moet men voor ogen houden,
dat deze bepaling spreekt van overleg over
het algemene personeelsbeleid.
Het gaat hier niet om afzonderlijke benoemin
gen, ontslagen of moeilijkheden, die tussen
een personeelslid en de bank gerezen zijn
(hoewel de bank natuurlijk vrij is ook daar
over met de Centrale Bank te spreken), maar
over de grote lijnen, waarlangs het beleid ge
voerd wordt. Die grote lijnen zijn voor ieder
bedrijf in onze tijd van enorm belang en daar
bij kunnen zich zeer ingewikkelde vragen
voordoen, die men van soms sterk uiteenlo
pende gezichtshoeken kan benaderen. De ge
dachte achter deze bepaling is geweest, dat
de banken ook op dit terrein er behoefte aan
zullen hebben voorlichting te ontvangen van
de Centrale Bank en dat zij er bij gebaat zullen
zijn wanneer zij het door hen te voeren per
soneelsbeleid kunnen doorspreken met de