voor zich voor het door hen gevoerde beleid
verantwoording schuldig aan de Algemene
Vergadering. De leden van deze colleges kun
nen door de Algemene Vergadering worden
geschorst of ontslagen.'
Artikel 54 (toelichting)
In de bestaande toelichting op artikel 54 na
de eerste volzin wordt op de pagina tegen
over bladzijde 14 het volgende ingevoegd:
'Artikel 54 lid 1 sub a:
Deze bepaling moet uitsluitend worden gezien
binnen het kader van de verdeling van de be
stuurlijke taken tussen de Raad van Beheer
en de Hoofddirectie. De formulering is bewust
ruim gekozen: "alle aangelegenheden"zon
der uitzondering, behalve die welke van admi
nistratieve en huishoudelijke aard zijn.
De Raad van Beheer heeft daarbij de statu
taire beperkingen in acht te nemen. Men zie
onder meer letter b van dit artikel.
Artikel 54 lid Isub c;
Bij de woorden "in geval van minder juist be
heer bij een lid" moet gedacht worden aan
ernstige fraudegevallen en aan grote verliezen
door een onjuist kredietbeleid van bestuur of
directie van een lid.'
Artikel 61 (toelichting)
In de bestaande toelichting op artikel 61 na
de eerste volzin wordt het volgende inge
voegd:
'Deze methode van bevoegdheidsverdeling is
wel overwogen toegepast, omdat zij het best
met de aard van deze beide bestuursorganen
overeenstemt.
In de toelichting op artikel 53, die ook voor
het goed verstaan van het onderhavige artikel
van groot belang is, werd er opgewezen, dat
de Raad van Beheer zijn taak met name vindt
in het geven van algemene regels en richtlij
nen, terwijl de Hoofddirectie bevoegd is op
het terrein van bankzaken, beheersdaden en
de uitvoering van besluiten van Algemene
Vergadering en Raad van Beheer.
Het is juist in het licht hiervan verantwoord ge
weest in de statuten een limitatieve opsom
ming te geven van de taken en bevoegdhe
den van de Raad van Beheer en de overige
taken en bevoegdheden aan de Hoofddirectie
over te laten. Het zou immers welhaast on
mogelijk zijn alle taken en taakjes van de
Hoofddirectie uitputtend op te sommen, want
de bedoelde bankzaken, beheersdaden en
uitvoering omvatten daarvoor een te uitge
breid en te gevarieerd aantal handelingen.
Wel was het noodzakelijk de limitatieve op
somming van de taken van de Raad van Be
heer met grote zorg vast te stellen. Eenerzijds
moest deze opsomming niet te eng zijn, an
derzijds moet men ook bedenken, dat een li
mitatieve opsomming zo uitvoerig kan zijn, dat
daarnaast voor anderen weinig overblijft. Dat
de taken en bevoegdheden van de Raad van
Beheer, anders dan die van de Hoofddirectie
limitatief zijn opgesomd, zegt dus niet alles
over de werkelijke inhoud. Daarvoor moet
men naar artikel 54 kijken. Dan zal opvallen,
dat verscheidene bepalingen van artikel 54
zodanig ruim omschreven taken en bevoegd
heden aan de Raad van Beheer toekennen,
dat er geen enkele vrees behoeft te bestaan,
dat dit orgaan niet voldoende voor haar func
tie zou zijn toegerust (zie met name artikel
119