plicht de Raad van Beheer om telkens wan neer deze algemene regels van bancaire aard wil geven, eerst het advies van de Centrale Kringvergadering in te winnen. Hoewel de Centrale Kringvergadering ook reeds be voegd zou zijn op eigen initiatief een dergelijk advies te geven, is met name op het zeer ge wichtige punt van de bancaire regels aan het betreffende bestuursorgaan, de Raad van Be heer, de plicht opgelegd vooraf de Centrale Kringvergadering te raadplegen. Daar mag niet van afgeweken worden, ook niet in uitzon deringsgevallen. Onder de algemene regels van bancaire aard moet natuurlijk vooral gedacht worden aan de zgn. dispensatieregeling. Een vergelijking met de 'Utrechtse' statutaire bepalingen ten aan zien van de dispensatieregeling dringt zich op. Volgens de Utrechtse statuten wordt de dispensatieregeling vastgesteld door de Alge mene Vergadering, maar is het bestuur in 'bij zondere en dringende omstandigheden' be voegd zelf, zonder overleg met enig ander or gaan deze regeling vast te stellen of te wijzi gen. De aldus door het bestuur gegeven re gels gelden tot de eerstvolgende Algemene Vergadering. Deze kan dan de regels beves tigen, wijzigen of intrekken. In het verleden heeft het bestuur veelvuldig van de bevoegd heid van zelfstandig de dispensatieregeling vast te stellen of te wijzigen gebruik moeten maken. Zoals gezegd zal onder de werking van de huidige statuten ieder besluit van de Raad van Beheer ten aanzien van de 'dispensatie regeling' tot stand komen na advies van de Centrale Kringvergaderingen. 'Tussentijdse' vaststellingen zonder inmenging van een an der orgaan komen niet meer voor. Het is duidelijk, dat het advies van de Cen trale Kringvergadering groot gewicht heeft. Het zal niet alleen het uiteindelijke besluit van de Raad van Beheer beïnvloeden, maar het heeft ook een 'ingebouwde sanctie'. In dien de Raad van Beheer in afwijking van het advies handelt, zal hij dit in de Algemene Ver gadering moeten kunnen verantwoorden. Het voorbeeld van de dispensatieregeling mo ge aantonen, dat de adviserende taak van de Centrale Kringvergadering van grote invloed zal zijn op het beleid, dat de besturende or ganen van de Centrale Bank voeren. Een in vloed, die veel groter is dan men op het eer ste gezicht achter het woord 'adviserend' zou vermoeden! Overigens geldt dit voor alle adviezen, die de Centrale Kringvergadering mocht uitbrengen. In die adviezen spreekt immers de invloed van de gehele organisatie, waarvan men kan zeg gen, dat zij zich door middel van de Centrale Kringvergadering uit.' Artikel 30 lid 2 Op artikel 30 lid 2 zal een toelichting worden gegeven van de volgende inhoud: 'De bepaling over stemmen "zonder last van of ruggespraak met hun kring" is opgeno men, omdat anders goed overleg en besluit vorming in de Centrale Kringvergadering soms onmogelijk zou dreigen te worden. Een door een kring aangewezen lid van de Cen trale Kringvergadering moet een eigen me ning kunnen vormen en vrij zijn eventuele nieuwe argumenten in zijn oordeel te betrek ken. Door hem alleen maar als lasthebber te zien, zou men de status van een lid te laag stellen. In principe dienen dus de leden bij 117

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 117