vuld.
6. Van elke verkiezing van een bestuurslid
geeft het kringbestuur binnen acht dagen
kennis aan de Centrale Bank, met opgave
van naam en woonplaats zowel van de ge-
kozene(n) als van degene wiens plaats in
het kringbestuur door de gekozene werd
overgenomen.
7. Tot lid van het kringbestuur zijn niet ver
kiesbaar personen, die zitting hebben in
de Raad van Beheer van de Centrale Bank.
De leden van de Raad van Toezicht, van
de Raad van Beheer en van de Hoofddirec
tie van de Centrale Bank kunnen niet wor
den aangewezen als leden van de Centrale
Kringvergadering.
Artikel 12
De verkiezing van leden van het kringbestuur
geschiedt uit een voordracht, opgemaakt door
dit bestuur, eventueel aangevuld door een
schriftelijke en door minstens twee leden
van de kring ondertekende kandidaatstelling.
De namen van de door het bestuur voorge
dragen kandidaten worden tegelijk met het
bericht tot bijeenroeping van de kringverga
dering ter kennis van de leden gebracht.
De namen van de door de leden voorgedra
gen kandidaten kunnen tot en met de derde
werkdag na ontvangst van het bericht tot bij
eenroeping van de kringvergadering bij het
secretariaat worden ingediend.
Van de aanvullende kandidaatstelling wordt
aan het begin van de kringvergadering aan
deze vergadering mededeling gedaan.
Artikel 13
Het lidmaatschap van het kringbestuur gaat
verloren door:
a. periodiek aftreden;
b. het bedanken als lid van het kringbestuur;
c. overlijden;
d. ontslag, verleend door de kringvergade
ring;
e. het aanvaarden van een functie bij een an
der lid van de kring, waarvan reeds een
functionaris in het kringbestuur zitting
heeft;
f. het aanvaarden van een functie ingeval
dientengevolge niet meer zou worden vol
daan aan de verhoudingen in artikel 11 lid
1 omschreven;
g. wegvallen van omstandigheden welke
voorwaarde zijn voor verkiesbaarheid.
Artikel 14
Het kringbestuur behoeft voor het indienen
van een verzoek als bedoeld in artikel 27 lid
1 sub c van de statuten van de Centrale Bank,
de machtiging van de kringvergadering.
Artikel 15
De vergadering voor de noodzakelijke reis-
en verblijfkosten alsook de vacatiegelden
voor het bezoeken van de kringvergaderingen
en kringbestuursvergaderingen, worden vast
gesteld door de kringvergadering aan de hand
van door de Centrale Kringvergadering te
verschaffen richtlijnen.
109