De maatstaf, waarnaar deze bijdrage wordt
geheven en het bedrag van de bijdrage
worden vastgesteld door de kringverga
dering op voorstel van het kringbestuur,
zulks aan de hand van richtlijnen, welke
door de Centrale Kringvergadering zullen
zijn opgesteld.
2. De penningmeester is belast met de inning
van de bijdragen en de betaling van de
kosten. De beschikbare kasgelden belegt
hij, voor zover hij deze niet in contanten
nodig heeft, bij een bank, lid van de kring,
of bij een spaarbank van zodanige bank;
de belegging geschiedt ten name van de
kring, met de bepaling, dat de penning
meester tot beschikking bevoegd is. De
belegde gelden zijn het gezamenlijke
eigendom van de leden van de kring; elk
lid wordt geacht deel daarin te hebben
naar verhouding van de laatstelijk door de
kringvergadering vastgestelde maatstaf
voor de bijdragen.
3. Het beheer van de penningmeester wordt
éénmaal per jaar gecontroleerd door een
financiële commissie, die jaarlijks door de
kringvergadering wordt aangewezen.
Het kringbestuur
Artikel 11
1. De kring heeft een bestuur, bestaande uit
zes personen. De leden van het kringbe
stuur worden gekozen door de kringverga
dering. Zij moeten afkomstig zijn van zes
verschillende leden van de kring. Twee le
den van het kringbestuur moeten zijn ge
kozen uit de directeuren en de overige uit
de colleges van de Besturen of van de Ra
den van Toezicht van de leden van de
kring.
2. Elk jaar treedt, tijdens de eerste in het jaar
te houden kringvergadering, een lid van
het kringbestuur, volgens een rooster van
aftreding, periodiek af; hij is terstond her
kiesbaar. Bij tussentijdse aftreding neemt
de nieuwgekozene op het rooster van af
treding de plaats van zijn voorganger in.
3. Het kringbestuur organiseert de activitei
ten in de kring. De voorzitter van het kring
bestuur wordt door het kringbestuur uit zijn
midden benoemd. Benoembaar is slechts
een kringbestuurslid, dat lid is van een Be
stuur of Raad van Toezicht van een van de
de leden van de kring. De voorzitter leidt
de kringvergadering en de kringbestuurs
vergadering.
4. De kringvergadering wijst uit het kringbe
stuur drie leden van de Centrale Kringver
gadering aan, in dezelfde verhouding als
in het eerste lid omschreven. Evenzo
wijst zij uit dat bestuur de plaatsvervan
gende leden van de Centrale Kringverga
dering aan. Vorenbedoelde leden brengen
aan hun kring verslag uit van hetgeen in de
Centrale Kringvergadering is verhandeld.
Hun namen en woonplaatsen worden on
verwijld schriftelijk aan de Centrale Bank
opgegeven.
5. Het kringbestuur voorziet in de aanwijzing
van een secretaris, die het secretariaat zo
wel voor het kringbestuur als voor de
kringvergadering zal verzorgen. Evenzo
voorziet het kringbestuur in de aanwijzing
van een penningmeester, die zal zijn be
last met de verzorging van de financiële
zaken, in dit reglement omschreven. De
functie van secretaris en penningmeester
kan door dezelfde persoon worden ver-
108