doeld in artikel 3 lid 1, kringvergaderingen worden belegd zo dikwijls het bestuur van de kring zulks nodig acht. 2. Het kringbestuur is voorts verplicht een vergadering van de kring te beleggen: a. op schriftelijk met redenen omkleed ver zoek van ten minste een-vijfde deel van het aantal leden van de kring; b. op verzoek van de Centrale Bank. De vergadering moet worden gehouden binnen veertien dagen nadat het verzoek daartoe is ingekomen. Indien binnen zeven dagen nadat bedoeld verzoek is binnengekomen, geen bericht tot bijeenroeping is verzonden, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan. Artikel 5 Het bericht tot bijeenroeping van de kring vergadering wordt ten minste drie werkdagen tevoren verzonden met opgave van de te be handelen onderwerpen. Het kringbestuur is verplicht van de kringvergaderingen ten min ste vijf dagen tevoren mededeling te doen aan de Centrale Bank met opgave van tijd en plaats van de vergadering en van de pun ten van behandeling. Artikel 6 1. leder lid van de kring brengt in de kring vergadering evenveel stemmen uit als in de Algemene Vergadering van de Centrale Bank. 2. Het aantal stemmen, dat ieder lid uitbrengt, wordt aangetekend op de presentielijst en wordt aan de persoon, die zich als stemge rechtigde meldt, medegedeeld. In geval van schriftelijke stemming wordt aan iedere stemgerechtigde een stembrief je uitgereikt, waarop het aantal staat ver meld. 3. Als stemgerechtigde afgevaardigde naar de kringvergadering treedt voor ieder lid op de voorzitter van het Bestuur van het lid en bij diens ontstentenis de voorzitter van de Raad van Toezicht. Het bestuur van het lid kan bij ontstentenis van genoemde voorzitters schriftelijk een ander tot stemgerechtigde afgevaardigde aanwijzen. 4. Toegang tot de kringvergadering hebben ook de overige personen uit de colleges van Bestuur en Raad van Toezicht van de leden uit de kring, alsook hun directeuren en voorts een of meer functionarissen van de Centrale Bank, die door de Centrale Bank mochten worden aangewezen. Dezen kunnen van hun zienswijze doen blijken. Artikel 7 1. Over personen wordt schriftelijk, over za ken mondeling gestemd. 2. Alle besluiten worden genomen en alle be noemingen en verkiezingen worden ge daan bij volstrekte meerderheid van stem men. 3. Indien bij de eerste stemming geen besluit tot stand komt, vindt herstemming plaats. Indien bij de tweede stemming wederom geen besluit tot stand komt, vinden de vol gende twee leden van dit artikel overeen komstige toepassing. 4. Indien bij een keuze tussen twee perso nen de stemmen staken, beslist het lot. Indien een keuze moet worden gemaakt 106

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1972 | | pagina 106