bij de thans in de beide organisaties geldende
maatstaven.
Artikel 10
Het ingevulde bedrag is een richtbedrag.
Daarvan zal in overleg met de Centrale Bank
kunnen worden afgeweken.
Concept-reglement van orde voor
de Algemene Vergadering
van de Gemeenschappelijke Centrale Bank
Artikel 1
ieder lid kan zoveel personen naar de Alge
mene Vergadering afvaardigen als de be
schikbare vergaderruimte zal toelaten. In het
bericht tot bijeenroeping van de Algemene
Vergadering zal worden medegedeeld voor
hoeveel afgevaardigden per lid vergaderruim
te beschikbaar zal zijn.
Artikel 2
Voor elk lid heeft één afgevaardigde het recht
deel te nemen aan de stemmingen.
Als stemgerechtigde afgevaardigde naar de
Algemene Vergadering treedt voor ieder lid
op de voorzitter van het Bestuur van het lid en
bij diens ontstentenis de voorzitter van de
Raad van Toezicht. Het Bestuur van het lid
kan bij ontstentenis van genoemde voorzitters
schriftelijk een ander tot stemgerechtigde af
gevaardigde aanwijzen.
Artikel 3
De stemgerechtigde afgevaardigden leveren
bij het binnenkomen van de vergaderzaal op
een daartoe aan te wijzen plaats een door hen
getekende presentiekaart in.
Deze presentiekaart zal tegelijk met het be
richt tot bijeenroeping van de Algemene Ver
gadering aan de leden worden toegezonden.
Het lid draagt zorg, dat op de presentiekaart
de naam en de functie van de stemgerechtig
de afgevaardigde zijn vermeld en voorts de
verdere gegevens, welke blijkens de inhoud
van de presentiekaart worden verlangd.
Artikel 4
De sprekers voeren het woord vanaf de be
stuurstafel of vanaf een andere plaats, welke
daartoe wordt aangewezen.
Niemand voert het woord, dan nadat het door
de voorzitter is verleend. Zonder verlof van
de voorzitter kan door dezelfde spreker niet
meer dan tweemaal over hetzelfde onderwerp
het woord worden gevoerd.
Bij de beraadslaging over voorstellen zal de
voorzitter het laatst het woord mogen voe
ren.
De voorzitter verleent het woord in de orde,
waarin het is gevraagd en zorgt dat niemand
in zijn rede wordt gestoord. Hij roept de spre
ker, die van het onderwerp, dat in behande
ling is, afwijkt of onvoegzame uitdrukkingen
bezigt, tot de orde en ontneemt hem, zo hij
zich daarnaar niet voegt, het woord.
Artikel 5
Naast de voorzitter van de Algemene Verga-
101