50 lijke gevallen geholpen wordt. Maar moet de humaniteit zoover gaan, dat in die enkele gevallen voorzien wordt door een alge* meenen maatregel te treffen. Men heeft gewezen op het tijdperk van de eerste jaren onzer Banken, maar laat men dan ook erkennen dat de laatste jaren het salaris van den kassier van dien aard is, dat men het ambt goed beloond kan achten. De maatstaf voor het bepalen van het kassierssalaris is ruim voldoende. Bovendien, de maatstaf geldt voor 5 jaren en kan na dezen termijn worden herzien. Wat de heer Thijssen nog meer in het vooruitzicht gesteld heeft is van te zeer ingrijpenden aard om hier nader te bespreken. Kuijlaars (Breda): In principe vindt u in mij een warmen voor* stander der pensioennregeling onzer kassiers, dit te meer nu de plaatselijke Banken volkomen vrij blijven al of niet een pensioen* regeling in te voeren. Onze plaatselijke Banken blijven de verantwoordelijkheid dra* gen voor de daden die ze stellen en een onverantwoordelijke daad zou het wezen, wanneer voor de nabestaanden, vrouw en kinderen van den kassier, niets gedaan wordt. Men 'heeft er op gewezen, dat het een slechte tijd is voor de boeren, maar daarom mogen wij toch niet nalaten in principe de pensioenregeling aan te nemen. Men heeft ook gezegd, er zullen zich moeilijkheden voordoen in de plaatselijke Banken bij een eventueele benoeming van een kassier. Maar mijnheer de Voor* zitter, het zal minder moeilijk zijn na invoering van een pensioen een kassier kwijt te raken, wanneer hij met eere wordt ontslagen en schadeloos wordt gesteld. Krijgen wij een frissche jonge kracht in de plaats van een oud kassier, dan zal men bovendien merken de Bank te hebben bevoordeeld. Laat deze vergadering toch in principe het besluit nemen tot regeling van het pensioen. Mr. V. Dubois: Mijnheer de Voorzitter, ik stel voor om door zitten en opstaan de vergadering te laten beslissen over het voor* stel der Commissie ten aanzien van het in discussie zijnde prin- cipieele punt. A. Thijssen (Beesel): De heer Klumpkens merkte op, dat de salarissen der kassiers thans ruim voldoende zijn. Ik wil de ver* gadering den indruk besparen, dat ik de salarissen der kassiers aan den hoogen kant acht. De werkzaamheden van een gemeente* ontvanger en van een kassier eener Boerenleenbank loopen onge* veer parallel en dan is naar evenredigheid der werkzaamheden de vergoeding toegekend aan een ontvanger 50% hooger dan van een kassier. Vreest men concurrentie? Bestuur en Raad van Toezicht hebben de gelegenheid om den beste onder dc besten uit te kiezen. Klumpkens (Swalmen): Mijnheer de Voorzitter, ik wil mijn voorstel handhaven. Ik doe een beroep op het Bestuur der Cen* trale Bank om het voorstel tot pensioneering van kassiers terug te nemen. Ik heb gemeend een goede zaak te moeten verdedigen.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1931 | | pagina 50