13
gevallen bestaat er echter naar het oordeel der Commissie alle
aanleiding, om in ieder geval afzonderlijk na te gaan, in hoeverre
een plaatselijke bank zulk een Kassier, die op 65=jarigen leeftijd
of ouder heengaat en een diensttijd van meer dan 10 jaren bij de
bank heeft, een vergoeding kan toekennen en ook bij overlijden
de weduwe en weezen een uitkeering kan doen, hetzij ineens hetzij
jaarlijks gedurende een te bepalen termijn. Daarbij zal de finan*
cieele positie der betreffende bank vanzelfsprekend in het oog
moeten worden genomen, en zou geen regeling moeten getroffen
worden dan na overleg en onder goedkeuring van het Bestuur
der Centrale Bank.
Resumeerende komt dus de Commissie tot het volgende eind
resultaat:
1. Het verdient aanbeveling, dat voor de Kassiers der banken,
die 500.of meer salaris genieten, een regeling wordt getroffen
ofwel in den vorm eener levensverzekering, ofwel in den vorm
eener pensioenverzekering (deze laatste bij het Jan Truyenfonds)
gelijk hiervoor nader is omschreven.
De plaatselijke banken dienen daarin echter vrij te beslissen
Besluiten zij tot een dergelijke regeling, dan is daarvoor de goed*
keuring van 'het Bestuur der Centrale Bank vereischt, om het be*
sluit van kracht te kunnen doen zijn.
2. De premie kan tot hoogstens 50% door de Bank gedragen
worden, onder goedkeuring van het Bestuur der Centrale Bank.
3. In bijzondere gevallen kunnen, onder goedkeuring van het
Bestuur der Centrale Bank, bijzondere regelingen worden ge
troffen.
Het Bestuur van de Coöp. Centrale Boerenleenbank heeft ziel
geheel vereenigd met bovenstaande conclusies.
Mei 1931.