26
lijk, moeten helpen en steunen. En dan gaat het toch niet aan, dat
iemand, die profiteert van de landbouworganisaties door een voor;
schot te kunnen krijgen bij de Boerenleenbank, geen steun verleent
aan de standsorganisatie der boeren, waaruit de Boerenleenbank
in zekeren zin is voortgekomen. Men heeft hier gevallen op het
oog van personen, die vaak enkel lid worden van den Boerenbond
om een voorschot te kunnen krijgen bij de Boerenleenbank en het
lidmaatschap van den Boerenbond opzeggen of de contributie
weigeren te betalen, zoodra zij het voorschot hebben ontvangen
of kort daarna. Nu heeft het Bestuur eener plaatselijke Boeren;
leenbank wel het recht om iemand, die geen lid van den Boeren;
bond meer is, ook als lid van de Boerenleenbank te ontzetten,
waardoor hij gedwongen wordt zijn voorschot terug te betalen,
maar het gebruik maken van dat recht is nog niet als plicht op;
gelegd.
In het algemeen is ons Bestuur van meening, dat zooveel moge;
lijk ook moet getracht worden langs den weg van propaganda zoo;
wel door Bank als Bond te bereiken, dat de leden der Boercnleen;
bank weder lid worden van den Boerenbond, zonder dat direct
dwingend wordt opgetreden door tot ontzetting uit het lidmaat;
schap der Bank ook over te gaan. De voor eenige jaren inge;
stelde commissie tot samenwerking tusschen Boerenbond en Boe;
renleenbank heeft in dezen zin gerapporteerd en de Algemeene
Vergadering heeft zich daarmede vereenigd. Men zie het rapport
in de notulen der Algemeene Vergadering in 1922 (zie ook mede;
dcelingen no. 71). Maar als alle middelen tot overreding falen,
is er reden om nadere maatregelen te nemen.
Dc permanente Commissie tot bevordering der samenwerking
tusschen Boerenbonden cn Boerenleenbanken heeft nu op verzoek
der hoofdbesturen der gewestelijke Boerenbonden voorgesteld ten
aanzien der voorschotnemers bij de plaatselijke Boerenleenbanken,
die voor het lidmaatschap van den Boerenbond bedanken, verder
te gaan. Ons Bestuur kan zich, althans ten deele met die voor;
stellen vereenigen, cn stelt voor, dat als regel worden gesteld,
dat voorschotnemers, die het lidmaatschap van den Boerenbond
tusschentijds opzeggen, verplicht zullen worden hun loopende
voorschotten of credieten bij de Boerenleenbanken af te lossen,
zonder dat zij daarom uit het lidmaatschap der Bank behoeven tc
worden ontzet. In speciale gevallen dienen echter uitzonderingen
hierop mogelijk te zijn. Deze uitzonderingen dienen echter niet te
worden toegepast dan met goedkeuring van het Bestuur der Cen;
trale Bank. Het Bestuur vertrouwt, dat door dezen maatregel nog
meer het saamhoorigheidsgevoel onder onze landbouwers en tuin;
ders zal worden aangekweekt, wat niet anders dan de algemeene
organisatie en samenwerking ten goede kan komen.
Coevorden (Even): Het is toch mogelijk, dat door bijzondere
omstandigheden een lid der Bank het lidmaatschap van den Bond
verliest. In dergelijke gevallen acht ik het vaak niet gewenscht het
voorschot op te zeggen.