47 ik hen er op, dat onze Boerenleenbank beschikt over 'n f 20.000.— reserve. Juist door hierop te kunnen wijzen voelen wij ons sterk tegenover hen die ons de spaargelden toevertrouwen. Hoe sterker ons fonds, des te beter de soliditeit gevestigd wordt, waarom ik er mij dan ook niet mee kan vereenigen meer bij te dragen in de Cen trale Bank dan wij tot dusver gedaan hebben. Haarsteeg van Engelen): Met vormen van een reservefonds bij plaatselijke en Centrale Bank is noodig. Doch waar de Centrale Bank over een eigen groot fonds beschikt, moet men de plaatse lijke banken niet meer laten bijdragen dan strikt noodzakelijk is. Plaatselijke banken moeten in staat zijn een eigen fonds te vormen en dit gaat moeilijk als er banken zijn zooals bij mij in de buurt, die met een verschil in rentestand van 3A% tusschen spaargelden en voorschotten werken. Lepelstraat (Doens): Gaarne wil ik mij aansluiten bij de voor standers om slechts 5% der winst af te dragen aan de Centrale Bank. Heeft de Centrale Bank ongeveer 3van de bij haar beiegde gelden, aan reservefonds, de plaatselijke Boerenleenbanken daaren tegen die 100.000.000 aan spaargelden bij elkander brachten, heb ben nog slechts een reserve van l'/a millioen, d. i. slechts lV»% en hier dragen toch de leden der bank de verantwoordelijkheid. Ver sterking van het fonds der plaatselijke Boerenleenbanken is dus op de eerste plaats geboden, waarom ik voorstel niet 10% maar 5% af te dragen in de gemeenschappelijke reserve. Th. H. A. M. van der Marck (Roermond): Uit de gevoerde be spreking blijkt mij, dat de bedoeling die bij het Bestuur der Centrale Bank voorzit, nog niet voldoende begrepen is. Een korte toelichting wil ik daarom nog geven. Een deel der winst van de Centrale Bank wordt ter beschikking gesteld van de locale banken, door ieder jaar 10% der winst te storten in het gemeenschappelijk reservefonds. Reeds dit jaar zal de Centrale Bank in genoemd fonds bijdragen een bedrag van 100.000.d. w. z. op naam van ieder plaatselijke Boerenleenbank zal een zeker bedrag worden geboekt. De verdeeling van de gelden door de Centrale Bank beschikbaar gesteld, zal geschieden naar mate, dat iedere Boerenleenbank rente getrokken heeft van -of rente be taald heeft - aan de Centrale Boerenleenbank. Met een voorbeeld is deze maatstaf nader toegelicht op blz. 9 van bijlage 3. Volgens de relaties welke de Boerenleenbank met de Centrale Bank over het afgeloopen jaar heeft gehad, zullen b.v. de Boerenleenbanken van Rotterdam, Tilburg en Zevenbergschenhoek op haar naam uit de winst ontvangen achtereenvolgens f 1600.f 1200.f 1250. Per bank kan gemiddeld uitgekeerd worden f 200. Wanneer nu krijgt een plaatselijke bank de beschikking over dit fonds. De plaatselijke Boerenleenbanken zullen een beroep kunnen doen op dit gemeenschappelijk reservefonds, zoodra haar eigen reservefonds is uitgeput. Zij zullen dan dat gedeelte er van kunnen

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1922 | | pagina 47