24 BIJLAGE V. Rapport van de Commissie tot bestudeering van het Kringen-vraagstuk. In de laatst gehouden Algemeene Vergadering der Coöp. Centrale Boerenleenbank werd het besluit genomen tot instelling eener Com missie, die aan het Bestuur der Centrale Boerenleenbank rapport zoude uitbrengen omtrent het vraagstuk der al- of niet invoering van kringen. Het Bestuur besloot eene Commissie te benoemen van zeven per sonen, waarvan vier aan te wijzen door de verschillende gewestelijke Bonden en drie door het Bestuur. Door den Noordbrabantschen Christelijken Boerenbond werd aan gewezen de Heer A. van de Ven, te Son, door den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond de heer J. J. C. Ament, te Roermond, door den Aartsdiocesanen R. K. Boeren- en Tuindersbond de heer J. van den Heilij, te Arnhem, door den Haarlemschen Land- en Tuinbouw bond de heer N. Dekker, te Obdam, terwijl het Bestuur der Centrale Boerenleenbank als leden benoemde de heeren Th. H. A. M. van der Marck, te Roermond (tevens Voorzitter), A. Thiissen, te Beesel en F. G. Caners te üemen. Als Secretaris werd toegevoegd de heer Mr. V. G. G. AL Dnbois, te Eindhoven. De Commissie heeft zich bij den aanvang harer werkzaamheden op het standpunt gesteld, dat haar taak was, het kringen-vraagstuk uit het oogpunt te bezien van het algemeen belang der geheele orga nisatie van het landbouwcredietwezen, zooals dit georganiseerd is in de Coöp. Centrale Boerenleenbank en de bij deze Centrale aan gesloten plaatselijke Boerenleenbanken. De Commissie ving hare taak aan, door een onderzoek in te s.tellen in het Binnen- en Buitenland. Wat het Buitenland betreft, bevond zij, dat het systeem der kringen, zooals het hier bedoeld werd, geheel onbekend was, hoewel zoowel in België als vooral in Duitschland de oppervlakten, waarover Centrale Banken werkten, minstens evengroot was als die, waarover onze Centrale zich uitstrekt. In ons Land is het kringen-systeem doorgevoerd bij de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Een uitgebreid onderzoek toonde aan, dat aldaar de kringen ontstaan zijn ten gevolge van eene al-dan niet ge motiveerde ontevredenheid ten opzichte van de centrale leiding. Of deze kringen in de praktijk gunstig zullen werken, kan onmogelijk worden nagegaan, omdat de invoering van zoo'n korten datum is, dat een definitief oordeel hieromtrent niet te vellen valt. De eerste aanleiding tot de bespreking van het kringen-systeem was gelegen in de moeilijkheid, ondervonden bij de aanbevelingen

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1922 | | pagina 24