34 „2e. als inlegger in de Spaarbank, en de hoogste rente is 4.20% elk jaar.'' Op welke wijze acht nu Spaarfonds voor Bodemcultuur zich in staat, zulke hooge rente te kunnen vergoeden Laten wij wederom het woord aan het Spaarfonds voor Bodem cultuur zelf „Het doel dezer Stichting kan zoo algemeene mogelijk als volgt omschreven wordendoor het op groote schaal bijeenbrengen van kleine bedragen, gestort in den vorm van contributies of van spaargelden, een aanzienlijk en toenemend fonds te vormen, om daarmee productieve cultuurwerken tot stand te brengen. „Wat de aard dier werken betreft, moeten wij ons voorloopig wat in de ruimte houden. Het ontginnen van woeste gronden tot bouw- en grasland bebossching het aankoopen van groote land goederen om deze in normale boerderijen te splitsenverbetering van reeds in cultuur zijnde gronden door afwatering, inpoldering enz. aankweeking van den tuinbouw in daarvoor geëigende streken stichting van land-arbeidersplaatsen en z. g. tuindorpen in de nabijheid van industrie-steden al dergelijke werken op het gebied van exploitatie van den vaderlandschen bodem zullen vroeg of laat op het program komen." Wij zullen de laatsten zijn, om het niet toe te juichen, als Spaarfonds voor Bodemcultunr zijne hooge idealen zal vervullen; en wij zijn overtuigd, dat de oprichters oprecht gemeend hebben, deze idealen ook te kunnen vervullen. Maar als men bedenkt, dat volgens de verwachting van Spaar fonds de meeste spaargelden 4.2% kunnen dragen, en dat de onkosten, welke Spaarfonds heeft, toch minstens op 0.8% mogen gerekend worden, dan moet Spaarfonds van al hare ondernemingen, dooreengenomen minstens 5 °/0 maken, en wil zij in staat zijn 10% van de contributiegelden uit te keeren, zooals Spaarfonds hoopt, dan moet zij veel meer dan 5 uit hare ondernemingen trekken. De ondervinding echter, vooral met ontginning van woeste gronden opgedaan, doet niet veronderstellen, dat zulke rente te maken valt, als men zich beperkt tot de doeleinden die boven zijn opgesomd. Er doet zich echter nog een andere groote moeilijkheid voor. Spaargelden, welke of terstond, of met een korten opzeggings termijn kunnen teruggevraagd worden, zijn niet geschikt om belegd te worden in vaste goederenhoogstens kan een gedeelte, wat men das eiserne Bestand noemt, hiervoor in aanmerking komen. Nota van inlichtingen blz. 6.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1920 | | pagina 34