29 land betaalt iedere bank 12 gulden voor inspectie en 2 °lo der winst. Zouden wij dien weg niet uitkunnen in plaats van subsidie te vragen De Voorzitter. Ik deel uw gevoelen, doch ik hoop dat de toestanden voor onze Centrale Bank tegen dien tijd wel gunstiger zijn want ik geloof niet, dat wij altijd aan de de Staatsruif zullen behoeven te plukken. Zooals gezegd, wij ondervinden tot nu toe geen nadeelen en later kunnen wij altijd andere maatregelen nemen. De Regeering is ons gunstig gezind en nu kunnen wij misschien door een verkeerd besluit meer nadeel teweeg brengen en den steun der Regeering wellicht in gevaar brengen. Ik meen, dat de Vergadering nu den toestand begrepen zal hebben en ik blijf daarom bij het ge dane vQorstel. Oyen. Ik denk dat de Inspectie der Regeering de geheimhouding der Leenbanken wel zou kunnen schaden. De heer Ai J. M. Bolsius. De heer van der Marck vervalt in uitersten. De Inspecteur van den Landbouw hoek slechts tegenwoordig te zijn bij de inspectie van onzen inspecteur, dus het bezwaar is tot het minimum gereduceerd. De WelEerw. heer Th van der Marck. Als de voorwaarde zooals Mr. Löhnis dat schrijft, door een ministerieel besluit wordt vastgesteld, dan ga ik met den heer Bolsius mee. De Voorzitter, 't Is geen ministerieel besluit. De heer J. F. Berkvens. De heer Lölinis heeft ons bij zijn bezoek aan de Centrale Bank den inhoud van dat schrijven bevestigd en ons omtrent de door ons geopperde bezwaren aangaande de wijze van inspectie gerust gesteld. I lodrop. Zou die inspectie niet het gevolg kunnen zijn van pogingen van belastingambtenaren, die zoo doende invloed uitoelenen, om het vermogen der in leggers te leeren kennen Deurne. De Inspecteur der belastingen vroeg mij, ol hij de boeken der Leenbank mocht inzien. Ik ant-

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1903 | | pagina 29