17 zal ik den persoon zeil de gelegenheid geven daarop te repliceeren. U denhout. Het is volstrekt geen personenkwestie, doch alleen een beginselkwestie. De WelEerw. Heer Van der Marck. Ik dank den heer Fan Heeswijkdat hij zoo goed is en zoo loijaal om er voor uit te komen. Ik vernam reeds heden morgen, dat er eene agitatie tegen mij werd op touw gezet. De heer Van Heeswijk schenkt mij gelegenheid om daartegen op te komen. Waar is het, dat ik het beginsel huldig van het toestaan van credieten aan ambachtslieden en kleine neringdoenden in kleinere gemeenten, maar als lid van den Raad van Toezicht ben ik gebonden aan de besluiten van de Algemeene Vergadering. Buiten den Raad van Toezicht sta ik vrij anders ben ik verplicht de bepalingen van en voor den Raad van Toezicht te handhaven. En nu vraag ik de Vergadering of ik iets gedaan heb tegen de besluiten en tegen de op mij geno men verplichtingen. Daar ben ik mij niet van bewust, al heb ik mijne meening, of onze banken boerenleenban ken of landelijke banken zouden zijn, ten allen tijde ver dedigd en ofschoon dit nu juist niet aan de orde is, zou ik toch gaarne wat dieper op die kwestie nu willen ingaan. De VoorzitterIk kan dit niet toestaan op dit oogen- blik, tenzij de heer Van der Marck zich daarin beperken wil. De WelEerw. Heer Van der Marck. De meening, die ik voorsta, is in de laatste maanden zeer verkeerd voor gesteld, en met name in het Weekblad van den NB. C. B. Daarin werd zelfs beweerd, dat ik de boerenleenban ken aan de winkeliers wilde overleveren. Niets is minder waar dan dat. Wat ik verdedig, is het zuivere systeem van Raiffeisen, dat door den stichter onzer banken is gewild, en dat tot den dag van heden toe, zonder gevaar in de duizenden Raiffeisen-banken van Duitschland wordt gevolgd, zooals ik nog dezer dagen van een der hoofden der Railfeisen-beweging bij onze naburen heb vernomen. Het eenige wat ik van onze banken verlang is dat op de kleinere plaatsen gelegenheid wordt geboden

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1903 | | pagina 17