6 Benoeming van drie Leden voor den Raad van Toezicht. Aan de beurt van aftreding zijn Voor Noord-Brabant De heeren A. J. M. Bolsius te Schijndel en J. W. II. Deckers te Heeze. Voor Limburg De heer J. Truyen te Meyel. Aanbevolen worden Voor de Limburgsche vacature de heeren J. II. M. H. Stoot te Venray en Th. Verheggen te Buggenum. Voor de Noord-Brabantsche vacatures de heeren A. J. M. Bolsius te Schijndel en August de Weerdt te Ellenen j. W. H. Deckers en A. van de Wiel te Huisscling. Uitgebracht 45 stemmen. Uitslag Gekozen met bijna algemeene stemmen de heeren J. II. M. II. Stoot te Venray, A. J. M. Bolsius te Schijndel en J. W. H. Deckers te Hecze. Bepaling der Rente bedoeld bij Art. 49 2o. De Voorzitter stelt voor de rente te bepalen op 3Vr% welk voorstel zonder hoofdelijke stemming wordt aange nomen. Mededeelingen van den Raad van toezicht. De Voorzitter deelt namens den Raad van Toezicht mede, dat onder „gewichtige overeenkomsten", bedoeld bij Art. 26 8o. moeten worden verstaan a. Af- en aankoop van tienden h. Het verstrekken van stichtingskapitaal aan Boter- fabrieken met stoomkracht c. Het stichten van eigen gebouwen. Tweedens wenscht de Raad van Toezicht te waarschuwen tegen het crediet verleenen aan dat soort handelaars, die de hulp van een bankier noodig hebben kleine handelaars en winkeliers uit te sluiten, acht de Raad vooralsnog niet noodzakelijk. De heer Van Heeswijk te UdenhoutBetreft dit alleen gelden die bij de Centrale zijn gehaald Zijn de locale ook verplicht die goedkeuring te vragen als zij zelf het geld voorhanden hebben De Voorzitter: Zeker wel! Dat blijft gelijk, het gevaar blijft voor de Leenbanken immers hetzelfde.

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1902 | | pagina 6