16 van 5 a 10 gulden werd opgelegd aan de banken, die geen afgevaardigden naar deze vergadering zenden. De Voorzitter zegt, dat het plan bestaat, de reiskosten te berekenen, welke door de locale banken voor deze vergadering gemaakt worden en ze te vergoeden. Op het punt de vergadering te sluiten, brengt hij warmen dank en hulde aan den IIoogEdelGestr. Heer jt. Truijen voor al het goede, dat hij voor de Centrale Bank heeft gedaan en hoopt dat zijne voorlichting ons ook in de toekomst niet geheel zal ontbreken. Alvorens te sluiten meent hij nog eene belangrijke zaak te moeten voorstellen. De volksspaarbank te A/aast? icht heeft verlof gevraagd, om hare gelden bij ons te deponeeren, aangezien zij geen bank vinden kan, die zij zooveel ver trouwen schenkt. Spreker meent, dat wij een goed werk verrichten als wij die bank helpen, zoolang zij niet eldeis onder dak kan komen. De Eerw. lieer van der Aleijden is van oordeel, dat de aansprakelijkheid veel te groot wordt en dat de spaarbank van Maastricht gemakkelijk elders zal te rechte komen. De Eerw. Heer van der Marck beaamt dit volkomen, maar voegt erbij, dat het in ons belang is zooveel mogelijk geld aan te nemen. Dan is er geen gevaar, dat wij vast geraken. De IJtrcchischc Centrale Bank heeft nu ïeeds te weinig geld. 1 lij stelt voor dat ten minste tot een zekei bedrag b.v. tot f 10,000 worde aangenomen. De ]roorzitter zegt, dat de aansprakelijkheid niet zoo heel groot is. De Eerw. Heer van der Meijden houdt aan en zegt Onze zaak zal een kassierszaak worden, als wij vandaag deze, morgen gene spaarbank toelaten. \V ij hebben nu reeds de gelden der afdeelingen, bovendien die van de botermijn, Naar ik hoor is sinds Nieuwjaar iedere maand zeven ton omgezet. Mij dunkt, wij krijgen geld genoeg. Wij zijn niet van zin nog grootere aansprakelijkheid op de schouders der boeren te leggen. De spaarbanken kunnen wel te recht bij bankiers of postspaarbanken. De heer van Heeswijk vraagt ot dat geld niet kan belegd worden bij de locale banken, waarop men antwooidt, dat er te Maastricht geen locale bank is. De Eerw. Heer van der Meijden vraagt, of het niet buiten ons kader ligt, zulke gelden aan te nemen De Voorzitter antwoordt. Ja, het was beter, dat zulke

Rabobank Bronnenarchief - Notulen & Verslagen

CCB - Algemene Vergadering (stenografisch verslag), 1902-1972 | 1902 | | pagina 16